Hoe houd ik...

Landschildpadden


Peter Bulsing

INLEIDING

Er is mij door de redactie van Pod@rcis gevraagd om in de serie 'Hoe houd ik' een aflevering te schrijven over landschildpadden. Dat is even lastig als het op juiste wijze houden en verzorgen van deze bijzondere koudbloedige dieren.

Van de circa 260 soorten schildpadden, leven er ruim veertig uitsluitend op het land. De overige zijn in meer of mindere mate aangewezen op het water. De landschildpadden vormen dus een relatief kleine groep. Dat zou de indruk kunnen wekken dat de verzorging in gevangenschap van de diverse soorten onderling weinig verschilt. Niets is minder waar. Ze stellen wat betreft de klimatologische omstandigheden en inrichting van de verblijven zeer uiteenlopende eisen. Ook dieettechnisch is er geen algemeen advies te geven. In dit artikel zal ik proberen om beginnende schildpaddenhouders en andere belangstellenden op weg te helpen.

SOORTKEUZE

Laat ik eerst duidelijk stellen dat een schildpad, vooral gelet op de levensverwachting, geen dier is dat impulsief in huis gehaald mag worden. Daar is ook absoluut geen reden voor. Het aanbod bij de hobbykwekers is voldoende om in alle rust tot een besluit te komen. Natuurlijk zijn impulsaankopen, daar waar het gaat om dieren, altijd uit den boze!

Als iemand besluit om schildpadden te gaan houden, is de eerste vraag die hij of zij zich moet stellen 'welke soort kies ik...'. Aan het antwoord moet een ruime tijd van overwegen voorafgaan. Wat kunt u de dieren bieden: uitsluitend een buitenverblijf, alleen een binnenverblijf of wellicht een combinatie van beide. Wordt het een klein of een groot terrarium? Misschien heeft u de beschikking over een hele kamer of wellicht een grote schuur?


Voor een buitenterrarium zijn in ons zeeklimaat maar weinig soorten geschikt.

Alleen de volgende landschildpadden kunnen hierin met succes worden verzorgd:

  • de Griekse Landschildpad (Testudo hermanni ssp.)

  • de Breedrandschildpad (Testudo marginata ssp.)

  • de Moorse Landschildpad (Testudo (graeca) ibera ssp.) - alleen de Oost-Europese ondersoorten en geografische types en die uit Klein-Azië

  • en in mindere mate - afhankelijk van het karakter van het terrarium (droog) - de Vierteenlandschildpad (Testudo (Agrionemys) horsfieldii).

Met uitzondering van de Vierteenlandschildpad zijn het allemaal 'Lijst 1' dieren: het houden en verzorgen is bij wet verboden, tenzij men beschikt over een ontheffing. Hier kom ik later nog op terug (zie onder 'Wetgeving').

Voor alle andere schildpadsoorten is een binnenterrarium het enige juiste onderkomen.


De eerder aangehaalde gecombineerde huisvesting wil zeggen, dat de schildpadden in principe in een binnenterrarium verzorgd worden. Alleen bij heel mooi weer mogen ze overdag in een buitenverblijf rondstappen. Hiervoor zijn uitsluitend sterkere en minder stressgevoelige tropische soorten geschikt, zoals de Kolenbranderschildpad (Geochelone carbonaria), de Afrikaanse Sporenschildpad (Geochelone sulcata) en de Panterschildpad (Geochelone pardalis).

Het formaat van het beschikbare terrarium bepaalt de grootte van de soort, of andersom. Het is voor veel aspirant schildpaddenhouders verleidelijk om voor grote soorten te kiezen. Ze beseffen onvoldoende dat bijvoorbeeld een koppel volwassen panterschildpadden een vloeroppervlakte vraagt van minimaal 12 m²! Voor elk dier meer neemt het oppervlak aanzienlijk toe. De Afrikaanse Sporenschildpadden, die ik nog wel eens in de commerciële dierenhandel tegenkom, vragen nog meer ruimte. Vergeet bij deze kanjers ook de enorme mestproductie niet. Bezint eer ge begint is mijn advies. Kleinere soorten zijn niet alleen makkelijker te huisvesten, ze zijn ook vaak veel actiever. Dit kan het plezier dat u aan schildpadden kunt beleven behoorlijk vergroten.

Zeker zo belangrijk als de beschikbare ruimte en het maximale formaat van de soort, is de kwetsbaarheid. Er is een groot aantal schildpadsoorten dat zeker niet geschikt is voor beginnelingen. Zo zijn bijvoorbeeld klepschildpadden (alle soorten behorende tot het geslacht Kinixys), Egyptische Landschildpadden (Testudo kleinmanni), Pannenkoek- of Spleetschildpadden (Malacochersus tornieri), Indische Sterschildpadden (Geochelone elegans) en alle Noord-Afrikaanse ondersoorten en geografische types van de Moorse Landschildpad (Testudo graeca ssp.) alleen geschikt voor doorgewinterde schildpaddenhouders.


De meest geschikte soort om mee te beginnen is de oostelijke ondersoort van de Griekse Landschildpad (Testudo hermanni boettgeri). Eerder gaf ik al aan dat deze dieren uitsluitend met een ontheffing gehouden mogen worden. Dit hoeft geen probleem te zijn. Vele houders kweken ze jaarlijks en bieden ze met de daarbij behorende ontheffing aan. Adressen zijn via het stamboek voor de betreffende soort te verkrijgen. Raadpleeg hiervoor de Stichting Overkoepelend Orgaan Stamboeken (OOS) (http://www.studbooks.org) of de Nederlandse Schildpadden Vereniging (NSV) (http://www.igr.nl/users/nsv).

Leg je toe op één of enkele soorten. Een collectie met een grote verscheidenheid kan de liefhebberij onbeheersbaar maken.

HOEVEEL DIEREN

Landschildpadden zijn in principe solitair levende dieren. Mij wordt wel eens gevraagd, 'wilt u mijn schildpad opvangen want zijn terrariumgenootje is doodgegaan en nu is hij zo alleen'. Te vaak stellen wij onze eigen behoeften als maatstaf voor huisdieren. Een landschildpad alleen is doorgaans even gelukkig, vaak nog gelukkiger, dan met z'n tweeën of in een groep.

Bij veel soorten stellen de mannetjes zich naar de vrouwtjes zeer opdringerig op. Zij proberen dan onophoudelijk te paren. Hierbij rammen en/of bijten ze het vrouwtje vaak zo veelvuldig en agressief, dat schildbeschadigingen en verwondingen aan poten en kop geen uitzondering zijn. Naast deze zichtbare gevolgen heeft de opdringerigheid ook stress tot gevolg. Een situatie waarin de weerstand tegen ziekten en parasitaire infecties afneemt. Al zijn sommige soorten goed paarsgewijs of in groepjes te houden, zoals de Griekse Landschildpad, de Spleet- of Pannenkoekschildpad, de Indische Sterschildpad en de Egyptische Landschildpad, toch adviseer ik de beide geslachten apart te huisvesten. Voor het behalen van goede kweekresultaten lijkt mij dit zelfs van zeer groot belang. Mannetjes zijn onderling haast altijd zeer onverdraagzaam, houd hier eveneens rekening mee.

Vrouwelijke landschildpadden van één soort zijn in principe wel goed te combineren. Het aantal hangt uiteraard af van het formaat van het verblijf. Het houden van diverse soorten in één verblijf is ten sterkste te ontraden. Al was het alleen maar omdat elke soort zijn eigen eisen stelt aan huisvesting en verzorging. Probeer het bij enkele dieren te laten, want veel schildpadden in het terrarium, maakt een groep erg kwetsbaar voor ziekten en parasieten.

Tot besluit van dit hoofdstuk nog een waarschuwing: houd jonge dieren altijd gescheiden van de volwassen exemplaren.

HOE KOM IK AAN LANDSCHILDPADDEN

Er zijn twee circuits waaruit schildpadden betrokken kunnen worden, die van de commercie en die van de liefhebber. Al zijn er heel betrouwbare commerciële adressen, toch wil ik u adviseren binnen de kring van verenigde liefhebbers (OOS en NSV) op zoek te gaan naar de soort van uw keuze. Hier koopt u met de grootst mogelijke zekerheid legale dieren en doorgaans tegen een geringer bedrag dan in de commerciële handel. Ook belangrijk is, dat u van de hobbykweker een goed verzorgingsadvies en wellicht enige begeleiding krijgt. Houdt bij de aanschaf in het commerciële circuit altijd rekening met de mogelijkheid dat u wildvang en, al zitten er papieren bij, soms illegale dieren aanschaft. Aan kennis over de verzorging schiet het daar trouwens vaak zeer te kort. Heel veel landschildpadsoorten worden in gevangenschap gekweekt. Omwille van het behoud van de wilde populaties is het kopen van wildvangdieren niet alleen ongewenst, maar dus ook absoluut niet nodig.


Velen willen meteen een grote schildpad. Laat dit nooit doorslaggevend zijn. Het is heel leuk om uw schildpad tot volle wasdom te zien komen. Met goede zorgen en geduld komt elke schildpad tot zijn maximale grootte.

Koop alleen gezond ogende dieren (zie onder 'Ziekten').

GESLACHTSONDERSCHEID

Voor ongeoefende ogen is het geslacht van een schildpad alleen bij volwassen dieren met zekerheid vast te stellen. Mannetjes zijn doorgaans kleiner en hebben haast altijd een langere staart en een hol buikschild. Uit de laatste zin is al op te maken, dat dit niet altijd het geval is of niet altijd even duidelijk is. Zo is bij de Galápagosschildpad (Geochelone elephantopus ssp.) het mannetje groter dan het vrouwtje en is het buikschild van de Vierteenlandschildpad bij beide geslachten vrijwel even vlak. Het zijn echter uitzonderingen.


TERRARIUMINRICHTING

Binnenterrarium

Belangrijk bij het ontwerpen, maken en inrichten van een binnenterrarium is dat u er rekening mee houdt dat het eenvoudig en goed schoon te maken moet zijn. Maak om deze reden de diepte maximaal armlang. De vloer en de wanden zijn bij voorkeur zo glad of afgelakt, dat ze goed te ontsmetten zijn. De voorzijde van het verblijf moet voorzien zijn van glas. Een glazen opstaande rand met daarboven schuifruiten, genieten de voorkeur. Zorg voor goede ventilatie. Let bij de eventuele plantkeuze op de giftigheid van de diverse soorten. Wellicht is het beter, ook uit hygiënisch oogpunt, om kunstplanten toe te passen. Of het nu om echte - of om kunstplanten gaat, plaats ze altijd buiten het bereik van de schildpadden in het terrarium.

Voor de overige inrichting zijn natuurstenen en kienhout heel aantrekkelijk.

Als bodembedekking adviseer ik beukensnippers of (repto)bark. Deze producten nemen goed vocht op en ruiken niet of nauwelijks. Het gebruik van zand of aarde is voor de meeste landschildpadsoorten te ontraden. De kans dat de dieren bij het eten grond naar binnen krijgen is zeer groot. Beukensnippers kunnen het lichaam al dan niet deels verteerd verlaten. Zand hoopt zich echter op in de darmen en zorgt daar voor veel problemen.

Plaats een binnenterrarium, om oververhitting te voorkomen, nooit in de volle zon.

Landschildpadden hebben, ongeacht de leeftijd, graag een schuilplaats. Een niet te hoog kistje met een open voorzijde is de meest simpele oplossing, en voldoet voor haast alle soorten goed. Bij groepsgewijze huisvesting (zie onder 'Hoeveel dieren') moeten er meerdere van dergelijke onderkomens in het terrarium aanwezig zijn.

Hele jonge schildpadden behoeven een andere inrichting van het terrarium en de klimaatbeheersing vergt grote precisie. We hebben het hier weer over een soortspecifieke aanpak. Vraag aan de kweker of de stamboekhouder voor de betreffende soort, welke de eisen zijn waar een (opkweek)terrarium aan moet voldoen.

Buitenterrarium

Voor een buitenterrarium is een tuin op het zuiden of het westen gewenst. Het verblijf dient zo zonnig mogelijk gesitueerd te zijn, maar heeft ook enkele ruime schaduwplekken nodig. Deze kunt u creëren met kleine heesters zoals lavendel, aalbes of rozemarijn. Het is aanbevelenswaardig om op zonnige plaatsen één of enkele kunststof dakkoepeltjes in het terrarium te plaatsen. Zo'n koepeltje, dat niet bedoeld is als nachtverblijf, kan op paaltjes of op een L- of U-vormig muurtje geplaatst worden. Hieronder is de temperatuur vrijwel altijd hoger dan die van de omgeving. De schildpadden moeten naar eigen keuze erin en eruit kunnen. In het voorjaar gebruiken ze deze plek als zonplaats. Ligt er een hoop zand onder, dan leggen ze hier later in het jaar wellicht hun eieren.

Het buitenverblijf moet omgeven zijn door een rand met zo min mogelijk structuur. Het gebrek aan structuur voorkomt klimpartijen. Deze rand moet zo diep in de grond zitten en zo hoog zijn, dat de dieren niet kunnen ontsnappen door te graven of te klimmen. Ook niet als ze een terrariumgenootje gebruiken als opstapje! Plaats op de omheining een naar binnen gerichte brede horizontale rand. Ontsnappen wordt door deze maatregelen vrijwel onmogelijk. Is de soort van uw keuze een echte graver (zoals de Vierteenlandschildpad), dan is het goed om over het gehele oppervlak op een diepte van ca 35 cm gaas in te graven, dat aan de omheining bevestigd wordt.


Vooral stevige beplanting, wat keien en niveauverschillen, maken het terrarium voor zowel de houder als zijn of haar dieren een aangename plek in de tuin. Voor alle schildpadden geldt echter dat het mogelijke contact met giftige planten in het terrarium vermeden moet worden. Al wordt er zelden van een giftige plant gegeten en gaat een schildpad in de meeste gevallen pas dood na het eten van een aanzienlijke hoeveelheid van een bepaald groen, loop nooit het risico dat het net anders is! Met vijverfolie, een zakje beton en grind is op een eenvoudige wijze een natuurlijk ogend ondiep waterbekken te maken, wat de terrariuminrichting completeert.

Om hygiënische reden en om te voorkomen dat schildpadden bij het eten zand naar binnen krijgen, liggen op de voerplaats stoeptegels of natuurstenen (flagstones).

De schildpadden vragen voor de nacht een onderkomen dat ze tegen koude, wind en vijanden beschermt. Een kasje met een verdiepte en verharde bodem, opgevuld met tuinturf en daarop een laag (repto)bark (gemalen naaldbomenbast), voldoet uitstekend. Hierin moet dan wel een houten nachthok met stro geplaatst worden. Let er op dat de temperatuur in het kasje overdag hoog kan oplopen. Goede ventilatie en het kunnen openen van de ramen is dus noodzakelijk. Ook het maken van twee ruime doorgangen naar het buitengedeelte van het terrarium kan van levensbelang zijn. Het is namelijk wel voorgekomen dat een grote schildpad een doorgang blokkeerde, terwijl andere dieren aan oververhitting bezweken.

's Nachts moeten de schildpadden in het nachtverblijf opgesloten worden om ze tegen predators te beschermen. Vooral ratten en egels kunnen de weerloze dieren in de nachtelijke uren ernstig verminken of zelfs doden.

Plaats alleen volgroeide dieren in een open buitenterrarium. Katten, reigers en kraaiachtigen vormen namelijk een serieuze bedreiging voor jonge schildpadden.

TERRARIUMVERLICHTING

Binnenterrarium

Voor het welzijn van de dieren is juiste verlichting in het terrarium een noodzaak. Ook hier weer de vraag wat is juist. Vrijwel alle soorten landschildpadden leven in min of meer open gebieden. De lichtbehoefte van deze dieren is dus groot. Woudschildpadden en enkele geografische types van de Kolenbranderschildpadden zullen, gelet op de bosrijke habitat waarin zij van nature leven, een geringere behoefte aan licht hebben.

Niet alleen de lichtopbrengst van een lamp is bij de keuze van belang, maar ook de warmte die deze uitstraalt. Voor de bepaling van de licht- en warmtebehoefte van de gekozen schildpadsoort, moet u zich verdiepen in het klimaat van het oorspronkelijke leefgebied van de betreffende dieren. U kunt hiervoor terecht bij het KNMI (www.knmi.nl) of in de klimatenatlas (Handbuch ausgewählter Klima Stationen der Erde - Universität Trier).


Voor de meeste landschildpadsoorten is het van belang om een binnenterrarium te voorzien van een algehele verlichting in combinatie met spots. Voor de algehele verlichting zijn tl-buizen zeer geschikt. Als het gaat om lichtkleur voldoen de Philips 'TL'D 965 Natural Daylight 6500 en de Osram Biolux zeer goed. Wilt u dat de buizen ook UV-B licht uitstralen, dan zijn speciale tl-buizen voor reptielen, zoals de 'Arcadia D3 Reptile lamp' of de 'ESU-Reptile Daylight lamp', mogelijk zeer geschikt. UV-B is noodzakelijk voor het omzetten van pro-vitamine D3 in vitamine D3, die het lichaam in staat stelt de benodigde kalk op te nemen.

De genoemde lampen zijn in de reptielenhandel te koop. Ik schrijf 'mogelijk zeer geschikt', omdat wel is vastgesteld dat nieuwe buizen de door de fabrikant aangegeven of een lagere hoeveelheid UV-licht voortbrengen, maar nergens staat vermeld voor hoelang. Normale tl-buizen produceren geen UV-licht. Het gewone glas houdt dit tegen. Alleen kwartsglas laat de UV-straling door.

Een spot geeft een plek om te zonnen. Vooral 's morgens liggen de schildpadden hier graag onder, om hun lichaam op temperatuur te krijgen. Kijk bij de installatie uit dat de dieren zich niet kunnen bezeren aan de lampen en vermijd brandgevaarlijke situaties.

Het gebruik van spots bij heel jonge dieren is voor veel soorten te ontraden. De hoge warmtegraad en de droogte onder de lamp kunnen, zo is mijn ervaring, bijdragen aan de misvorming van het schild (bultvorming). Informeer bij de kweker naar de temperatuurbehoefte van uw schildpad en op welke wijze hieraan kan worden voldaan.

Een zeer belangrijk advies: doe altijd eerst warmtemetingen alvorens u een terrarium in gebruik neemt!

Buitenterrarium

Ook voor het buitenterrarium geldt dat de lichtbehoefte van de meeste landschildpadsoorten groot is. Een dergelijk verblijf moet zo gelegen zijn dat de dieren zo lang mogelijk van de zon kunnen genieten. Een tuin op het zuiden of het westen is haast noodzakelijk. Leg een of enkele stammetjes in de zon. Dit biedt de schildpadden de mogelijkheid om schuin naar de zon gericht te zonnen. Laat de stammetjes geen opstapje zijn om te kunnen ontsnappen. Voorkom oververhitting door ook ruime schaduwplekken te creëren.

VOEDSEL EN VOCHTBEHOEFTE

In principe zijn alle volwassen landschildpadden vegetariërs. Er zijn echter soorten die aan te merken zijn als omnivoren. Zo bestaat het menu van de klepschildpadden (soorten behorende tot het geslacht Kinixys) voor een deel uit dierlijke bestanddelen, zoals slakken, wormen en insecten. Met het voorgaande wil ik niet zeggen dat de echte herbivoren nooit dierlijk voedsel tot zich nemen. In het wild zal zo nu en dan best een insect of een slak met het groen naar binnen gaan. Er zijn zelfs soorten die mest of kadavers op de menukaart hebben staan. Hieraan hoeft in het terrarium niet voldaan te worden.

Heel bewust schreef ik in de eerste zin over volwassen dieren. De jongen van veel vegetarische soorten zullen in het begin van hun ontwikkeling ook insecten, wormen en slakken eten. Zij leven in die fase een verstopt bestaan. Hierdoor vallen ze minder snel ten prooi aan predators en het voorkomt oververhitting. Zonnen, dat zo belangrijk is voor de aanmaak van vitamine D3, doen ze niet of nauwelijks. Voor het opnemen van kalk is de genoemde vitamine echter noodzakelijk. Vermoed wordt dat in het wild de dierlijke voedingsbestanddelen deels in de behoefte aan de vitamine en kalk voorzien.

De laatste alinea brengt mij tot het volgende. Naast een gevarieerd voedselaanbod moeten de dieren, vooral die in een binnenterrarium worden gehouden, bij elke voerbeurt voedingssupplementen krijgen. De beste preparaten zijn Gistocal (verkrijgbaar bij de dierenspeciaalzaak) en de combinatie van gelijke delen Carmix en Sporavit (verkrijgbaar bij de NSV). Geef van de genoemde producten nooit meer dan 2% van het gewicht van het aangeboden voedsel. Overdaad aan sommige vitamines is namelijk even schadelijk als het gebrek daaraan. Het is goed om de voedingssupplementen aan te vullen met extra kalk. Vooral voor dieren in de groei en eierleggende vrouwtjes is dit belangrijk. Calciumcarbonaat geniet de voorkeur. Dit preparaat is verkrijgbaar bij de apotheek. Tot poeder gemalen eierschalen of sepia (rugschild van een inktvis - 'zeeschuim' voor de kanarie) ontdaan van de harde delen voldoen ook goed.

Voer zo gevarieerd mogelijk, maar houd altijd rekening met de dieeteisen die de soort stelt. Zo vraagt de ene vezelrijke voeding (Panterschildpad, Afrikaanse Sporenschildpad) en de andere wat meer fruit (Woudschildpad - Geochelone denticulata) of een enkele champignon (Klepschildpadden). Was al het groen en het fruit goed en biedt het zo droog mogelijk aan. Laat het voer nooit langer dan een dag in het terrarium staan.

Voor haast alle landschildpadsoorten geldt, dat in koud water geweekte hondenbrokken alleen zo nu en dan verstrekt mogen worden. Veel schildpadden zijn er gek op, maar het is rijk aan dierlijke eiwitten en dat is slecht voor ze. Ook het fosfor : calcium gehalte, dat voor landschildpadden minimaal 1 : 2 dient te zijn, is niet op deze dieren afgestemd. Om die reden is een extra kalkgift bij het voeren van hondenbrokken aan te bevelen.

Ook de voerfrequentie verdient de aandacht. Bij de meeste soorten is om de dag voeren voldoende. Het gaat echter te ver om in dit artikel alle eisen per soort op te nemen. Het behoort tot de taak van de aspirant schildpaddenhouder om zich hier tijdig in te verdiepen.


Tot besluit van het onderwerp voedsel nog een drietal waarschuwingen. Geef nooit appelpitten, avocado's of teveel zoet fruit. De eerste twee zijn giftig en het laatste is een goede voedingsbodem voor een parasitaire darminfectie.


Elke landschildpad heeft behoefte aan drinkwater. Al wordt veel vocht uit de voeding gehaald en al drinkt het ene dier meer dan het ander, een bak met vers drinkwater mag in het terrarium nimmer ontbreken. Plaats het nooit onder of in de directe omgeving van een spot.

Sommige soorten liggen ook graag in het water (Kolenbranderschildpad en Indische Sterschildpad); houd hier bij de keuze van de waterbak rekening mee. Het toevoegen van vitaminepreparaten aan het drinkwater is zonde van het geld. De meeste landschildpadsoorten drinken weinig en zeer onregelmatig. Het vitamine- en mineralenmengsel dat aan het voer wordt toegevoegd, moet aan de behoefte voldoen.

WINTERSLAAP

In principe houden alleen de Europese landschildpadsoorten en een enkele Aziatische soort van nature een echte winterslaap (Griekse Landschildpad, Breedrandschildpad, Moorse Landschildpad (alleen de soort - Testudo ibera! - en zijn ondersoorten uit Europa en Klein-Azië) en de Vierteenlandschildpad). Een enkele vorm of ondersoort van de Noord-Afrikaanse Moorse Landschildpad houdt een winterrust. Alle andere landschildpadsoorten overwinteren warm.

Wat is het verschil tussen winterslaap en winterrust? Bij een winterslaap zijn door de omgevingstemperatuur de lichaamsfuncties tot het minimale teruggebracht. Een dergelijke situatie ontstaat bij een temperatuur van 2-5°C. Warmer is bij de normale winterslaapduur schadelijk. Het lichaam verbruikt dan teveel energie, wat een aanslag op de vetreserves betekent. Stel uw dieren nooit bloot aan vorst. Dit heeft absoluut de dood tot gevolg. Alleen gezonde dieren (zie het hoofdstuk ziekten) met een goed lichaamsgewicht mogen in winterslaap. De duur is voor de genoemde soorten 4 tot 5 maanden.

Controleer af en toe het gewicht en het welzijn van de schildpad. Breng hem hiervoor niet naar een warme omgeving en doe het zo vlot en voorzichtig mogelijk. Valt hij te snel af of komt er snot uit zijn neus, laat hem dan verspreid over enkele dagen langzaam wakker worden. Bezie vervolgens of een bezoek aan de dierenarts noodzakelijk is.

Het is niet altijd eenvoudig om een juiste overwinteringsplaats voor de dieren te vinden. Het nachtverblijf in de tuin is alleen dan geschikt, als deze niet nat is en vorstvrij blijft. Soms voldoen kelders goed. Ook een koelkast is perfect bruikbaar. Een zelfontdooiende geniet de voorkeur, omdat de relatieve luchtvochtigheid hierin hoger ligt. Bij gebruik van een koelkast is de temperatuur met een digitale binnen/buiten thermometer zeer nauwkeurig te controleren en buiten de kast af te lezen. Voor elke plek geldt dat je de luchtvochtigheid en de ventilatie voortdurend goed moet controleren. De relatieve vochtigheid van de directe omgeving mag nooit lager liggen dan 80%. Dit is met een eenvoudige hygrometer goed te controleren. Open dagelijks enkele seconden de koelkastdeur voor de luchtverversing.


Schildpadden mogen alleen goed voorbereid de winterslaap in. De omgevingstemperatuur moet in een tijdsbestek van enkele weken worden afgebouwd en het voedselaanbod gestopt. Baad de dieren in deze periode regelmatig in lauwwarm water. Dit stimuleert ze zich te ontlasten. Doen ze dat namelijk na het stoppen van het voedselaanbod niet, dan bestaat de kans dat in de winterslaapperiode rottende mest voor inwendige problemen of de dood zorgt. Twee weken na het stoppen met voeren gaan de lichten uit. De schildpadden worden dan inactief. Vervolgens gaan ze in een kist of een krat gevuld met dorre bladeren en/of stro op een laag kranten. Gebruik nooit turfmolm, houtmot, zaagsel of hooi! De genoemde producten schimmelen snel en/of ze bevatten teveel stof. Dit verstopt de luchtwegen, waardoor de schildpadden kunnen stikken.

Zorg voor goede ventilatie.


Aan het einde van de winterslaap laat u de schildpadden langzaam, over een periode van enkele dagen, wakker worden door de temperatuur stapsgewijs te verhogen. Zijn ze wakker dan gaan ze weer in een lauwwarm bad. Dit activeert niet alleen de lichaamsfuncties, maar ze krijgen dan ook de kans te drinken.

Het komt wel eens voor dat schildpadden na de winterslaap weigeren te eten. Zet ze dan warm (25-30°C) en geef ze veel licht. Dit wil vaak goed helpen. Lukt deze methode niet, dan is een spoedig bezoek aan de dierenarts noodzakelijk (zie onder 'ZIEKTEN').

Durft u na het lezen van bovenstaande uw schildpad niet in winterslaap te laten gaan, doe het dan niet. Het is voor het welzijn en de voortplanting van het dier absoluut niet noodzakelijk. Houd hem dan warm en wakker.


Bij een winterrust ligt de omgevingstemperatuur wat hoger dan bij de winterslaap. De dieren zijn niet in slaap maar inactief en hebben vrijwel geen eetlust. Een dergelijke situatie duurt maar kort en hoeft in gevangenschap niet nagebootst te worden.


Er zijn ook soorten die een zomerrust houden. Dit kan onder terrariumomstandigheden nagebootst worden. Het is een met de winterrust vergelijkbare situatie maar dan ontstaan door hoge omgevingstemperaturen en droogte.


Stoor schildpadden in rust zo min mogelijk!

KWEKEN

Landschildpadden leggen hardschalige eieren. Vrijwel alle soorten graven een legkuil. Uitzonderingen op deze regel zijn de Burmese Landschildpad (Manouria emys) en de Pannenkoekschildpad. De eerste soort maakt een grote bladhoop en legt daarin haar eieren; de tweede legt ze nog wel eens in een rotsspleet.

In gevangenschap verwijderen we direct na het leggen de eieren en merken ze aan de bovenzijde met een zacht grafietpotlood. Gebruik hiervoor geen inkthoudend tekenmateriaal (bijvoorbeeld viltstift). De inkt trekt door de poreuze eierschaal en schaadt de inhoud. Vervolgens gaan ze met het merkteken naar boven in een krekeldoosje met ventilatiegaatjes, half gevuld met vochtige vermiculiet. Het doosje wordt dan in een broedmachine voor reptielen geplaatst. Anders dan bij vogels, is het draaien van reptieleneieren schadelijk voor de vrucht. Door het merkteken aan de bovenzijde van het ei, is dit te voorkomen. De incubatietemperatuur bepaalt het geslacht. Bij het toenemen van de temperatuur neemt ook de kans op vrouwtjes toe.

Het is niet mogelijk een algemeen kweekadvies te geven, omdat er ook nu rekening gehouden moet worden met de soortspecifieke eisen. Niet alleen de legselgrootte, het aantal legsels per jaar en de incubatietijd verschilt per soort, maar ook de methode van bebroeden. Het gaat opnieuw veel te ver om binnen dit artikel hierop in te gaan. Bent u voornemens te gaan kweken neem dan tijdig contact op met ervaren kwekers of het OOS.

ZIEKTEN

Belangrijk is dat u tijdig ontdekt of de schildpad ziek is. Diagnosestelling en medicatiekeuze zijn in principe aan een dierenarts. Consulteer een arts met kennis van reptielen. Op de site van Pod@rcis en bij de NSV is een lijst met specialisten beschikbaar.

Waaraan herkent u een gezonde landschildpad? Het dier heeft:

een goede eetlust,

stevige mest,

heldere, schone ogen die niet diep liggen,

een 'droge' geruisloze ademhaling,

een schone neus,

een helderrose bek,

een onbeschadigd schild,

en is relatief actief (soortafhankelijk).

Een dier dat niet aan deze voorwaarden voldoet, apathisch is of extreem schuw, verdient een gespecialiseerde veterinaire blik.

Landschildpadden zijn over het algemeen tamelijk vatbaar voor worminfecties. Het is dan ook aanbevelenswaardig om de mest hier regelmatig op na te zien en het periodiek door een analist te laten onderzoeken (bijvoorbeeld The Missing Link te Rhoon, tel. 010 - 5014627).

WETGEVING

De Nederlandse wetgeving verbiedt het invoeren en onder zich hebben van veel soorten landschildpadden. Dit is terug te vinden in de wet Bedreigde Uitheemse Dier- en Plantensoorten (wet BUDEP). De Europese en Noord-Afrikaanse soorten (Griekse-, Moorse-, Breedrand- en Egyptische Landschildpad) behoren tot de strengst beschermde. Voor het houden van deze dieren is een ministeriële ontheffing op het bezitsverbod noodzakelijk. Bent u voornemens een schildpad te kopen, informeer dan bij het ministerie (CITES-bureau) aan welke eisen u èn de verkopende persoon moeten voldoen, alvorens u tot aanschaf over kan gaan.

Zo is aan het impulsief kopen op een beurs het risico verbonden dat u, door gebrek aan tijd en kennis van de betreffende wetgeving, onbewust een overtreding begaat. Onwetendheid zal door de overheid nimmer als excuus worden aanvaard. Op de overtreding van de wet BUDEP staat een zware geldboete en/ of gevangenisstraf, u bent gewaarschuwd.


De wetgeving wijzigt met grote regelmaat. Als ik u hier zou informeren over de juiste regelgeving, is de kans groot dat deze kort na de publicatie weer wordt bijgesteld. Daarom adviseer ik u nogmaals om voorafgaande aan het besluit een schildpad aan te schaffen, bij het CITES-bureau in uw regio een uittreksel op te vragen van de meest recente uitgave van de wet BUDEP. Telefoonnummers zijn te krijgen bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij in Den Haag (http://www.minlnv.nl).

TOT SLOT

In tegenstelling tot wat sommige dierenbeschermingsorganisaties beweren, is een landschildpad bij een serieuze verzorging en in een geschikt verblijf een zeer aantrekkelijk en gelukkig huisdier. Ze worden in voldoende mate nagekweekt om aan de liefhebbersvraag te voldoen. Echte liefhebbers zijn dus geen verbruikers. Integendeel, sommigen hebben door hun kennis en met hun nakweek al een bijdrage kunnen leveren aan de bescherming en het behoud van wilde populaties.

Ik verafschuw het gefrunnik en gesjouw met dieren. Exotisch of niet, levende wezens zijn geen speelgoed of wegwerpartikel. Dieren vragen een serieuze omgang.

Niet alle huisdieren zijn voor iedereen geschikt. Het aantal allergiepatiënten neemt in deze tijd zeer toe. Voor deze groep zijn reptielen een uitermate geschikt alternatief voor dieren met een vacht of veren. Voorop moet echter blijven staan dat de keuze altijd op echte interesse is gebaseerd!


Tot slot nog een waarschuwing. De verzorging van landschildpadden vraagt zeer veel tijd. Hierbij komt dat de dieren 's morgens, voordat u gaat werken, gevoerd moeten worden. Uitgaande van hun levensverwachting, zit u dus heel lang vast aan de arbeidsintensieve omgang met deze unieke dieren. Laat dit het zwaarst wegen bij het nemen van de beslissing of u een landschildpad aanschaft of niet.


Ik wens u veel wijsheid en succes.